Om iets te kunnen zeggen over de financiële gezondheid van de gemeente is het niet voldoende om alleen naar het saldo van de begroting te kijken. Een begroting dient altijd sluitend te zijn. Hoe gezond de gemeentefinanciën daadwerkelijk zijn, hangt dan ook veel meer samen met de beïnvloedbaarheid van de (kosten van) activiteiten die uit de begroting worden gefinancierd, welke aannames er zijn gedaan om de meerjarige ontwikkeling van de kosten te voorspellen, de mogelijkheid om inkomsten te verhogen en of er voldoende buffers zijn om tegenvallers en risico’s af te dekken. Deze bredere blik op de integrale risico’s sluit aan bij de kadernota integraal risicomanagement en weerstandsvermogen. Al deze zaken worden hieronder dan ook transparant gemaakt.
In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de risico’s die impact hebben op onze begroting en de buffers die beschikbaar zijn om de risico’s op te vangen wanneer deze zich voordoen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen risico’s met een eenmalig karakter, risico’s met een mogelijk structurele impact en zogenaamde ‘zwarte zwanen’ waarvan de consequenties moeilijker te overzien zijn. Dit onderscheid wordt aangehouden, omdat de wijze waarop een risico zich voor zou kunnen doen, bepaalt welke financiële beheersmaatregelen nodig zijn.